Het examen voor de motor is in twee delen gesplitst;
Voertuigbeheersing
Tijdens de voertuigbeheersing leert u omgaan met de motor door middel van behendigheidsoefeningen.
Het examen omvat 12 verschillende oefeningen.
Hiervan moet u er 7 uitvoeren waarvan 5 een voldoende opleveren , in elke cluster 1 voldoende, om te slagen voor dit onderdeel.
Na het slagen voor het deel voertuigbeheersing, (blijft 1 jaar geldig) mag u door naar het onderdeel verkeersdeelname.
Hier kunt u enkele oefeningen bekijken die u kunt verwachten op het examen.
Verkeersdeelname
Tijdens dit onderdeel wordt u getraind hoe u vlot en veilig aan het verkeer kunt deelnemen.
Het examen bestaat uit een praktische rit van ongeveer 45 minuten, waarop u getoetst word op het verkeersinzichtelijke deel van het motorrijden.